We hebben verschillende road trips gemaakt die elk in de range van 700 tot 1500 kilometer lagen (per richting). Dingen die ons daarbij hielpen zijn:
- Genoeg babyspullen aan boord hebben. Denk aan luiers, doekjes, babyvoeding, enzovoort. Wat ook de leeftijd is, zorg er gewoon voor dat je niet zonder komt te zitten.
- Heb een hoogwaardige autostoel voor de baby. Dit is het allerbelangrijkste voor de veiligheid en het comfort van je baby.
- Zorg voor het langdurige comfort van de ouders. Ze zullen het het moeilijkst hebben, niet de baby. Dit houdt in dat u voorin zit als dat het meest comfortabel is (in de meeste auto’s is dat het geval), dat u het zitje goed instelt, dat u genoeg eten en drinken voor uzelf hebt, dat u minstens om de 2 uur een leg-stretching pauze neemt (5 rondjes om uw geparkeerde auto lopen), enzovoort.
Ik zou niet aanraden dat een ouder achterin zit, tenzij de baby heel erg kieskeurig is. Voor zeer lange ritten kan men ervan uitgaan dat één persoon niet de hele afstand kan rijden. Dit betekent dat de andere ouder genoeg energie moet besparen om zijn of haar deel van de rit te nemen. Maar als je de hele tijd tot dan toe voor de baby hebt gezorgd, dan ben je net zo uitgeput als de chauffeur. Je zou dan een stop van enkele uren nodig hebben.
Het veiliger advies is om je (en vooral de chauffeur) bewust in een positie te brengen waarin je kan niet elke kleine bevlieging en gezeur van de baby aanpakken. Als het de moeite waard is om een rustpauze in te lassen, doe dat dan. Is dat niet het geval, ga dan door – je hebt een lange weg voor de boeg en je zult er niet komen als je om het kwartier stopt.
Zorg ervoor dat de essentiële zaken redelijk binnen handbereik zijn vanaf de stoel van de copiloot. Als je geluk hebt, kan de copiloot zelfs rond de rugleuning reiken en de baby het speelgoed geven dat ze net op de achterbank heeft gegooid, buiten het bereik van de baby. Zorg er natuurlijk voor dat de rest van de auto veilig is ingepakt.